1:05:00
Denk je dat ik het leuk vind,
dit in mijn hoofd te hebben ?
1:05:04
Dat vind ik niet.
1:05:05
Ik vind het niet leuk dit te weten
en niet te weten waarom ik dit weet.
1:05:09
Je zei dat het eet ?
1:05:13
Alleen bepaalde dingen...
1:05:18
... van bepaalde mensen.
1:05:19
Ga bij haar vandaan.
1:05:20
het eet longen zodat het kan ademen...
1:05:26
... en ogen zodat het kan zien.
1:05:32
Het wordt allemaal een deel van het.
1:05:35
Dat wat het eet wordt een deel van het.
1:05:43
Het verkleed zich als een man...
1:05:47
... maar alleen maar om te
verstoppen dat het geen man is.
1:06:01
Je hebt het daar op de weg kapot gereden...
1:06:05
... maar niet voldoende.
1:06:09
Want het kan blijven eten...
1:06:12
... tot het niet meer gewond is.
1:06:19
Je hebt iets dat hij lekker vind, 1 van jullie.
1:06:24
En het zal niet stoppen met jagen
totdat hij weer wie.
1:06:31
Hoe ?
1:06:32
Maakt niet uit hoe.
1:06:33
Hoe zoekt hij het uit,
door mensen van de weg te rijden ?
1:06:37
Het moet je bang maken.
1:06:39
Er zit iets in angst,
iets wat het kan ruiken.
1:06:42
Iets wat hem zegt dat er iets in iemand zit...
1:06:46
... wat hij nodig heeft.
1:06:52
Dus u verteld ons dat dat ding
nu over de weg rijd...
1:06:55
... om te proberen mensen bang te
maken zodat hij ze kan ruiken ?
1:06:58
Christus, Darry !
Waarom staan we eigenlijk bij haar ?