1:01:12
	Waar is Sam?
-Hij wil m'n douche niet gebruiken.
1:01:20
	Je hebt je kinderen meegenomen.
1:01:23
	lk heb gezegd dat ze misschien
wel zouden kunnen helpen.
1:01:27
	Ze wilden graag. lk trouwens ook.
Zij wilden bij mij zijn.
1:01:33
	Ze zullen niet te lastig zijn.
1:01:36
	lk vind wel iets ongevaarlijks voor ze.
-Zorg dat ze hun ogen en vingers houden.
1:01:42
	Je bent een goede moeder, Robin.
1:01:45
	Heb je hulp nodig?
1:01:49
	Kom.
1:01:50
	Leun op mij. Leg je arm om me heen.
1:01:55
	Wil je geen ontbijt?
1:01:58
	Guster, kom hier.
1:02:03
	Waar was dat voor?
-Dat moest van mam.
1:02:06
	lk had 't toch wel gedaan.
1:02:08
	Wie ben jij?
-En jij?
1:02:10
	Zijn broer.
-lk ben zijn vriendin.
1:02:13
	Mam zei dat we 'n huis konden bouwen.
-Jij wilt een huis bouwen?
1:02:17
	Hallo, mam.
-Goedemorgen.
1:02:19
	ls dit jullie eerste?
1:02:21
	Bedankt dat je hem laat douchen.
-Hij kan altijd komen.
1:02:26
	Dus jullie willen 'n huis bouwen?
-Blijft 't wel overeind staan?
1:02:29
	Geen idee.
1:02:43
	Op mijn teken.
1:02:49
	Zet je schrap.
Gebruik je hele lichaamsgewicht.