:08:02
Je klant wacht.
- Op mij?
:08:10
Kan je vanavond nog een ritje doen?
:08:13
Het is een belangrijke klant.
:08:15
Ik dacht aan jou omdat jij weet wanneer
te spreken en wanneer te zwijgen.
:08:19
Ik kan Ivano niet sturen.
- Oké.
:08:21
Je kunt de auto erna
gebruiken als je wilt.
:09:56
Heb je je kat gevonden?
:09:59
Denk je wel genoeg aan hem?