Luce dei miei occhi
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:49:08
Ze zeiden dat het
maar voor één week was.

:49:12
Daarna zullen ze vertrekken.
Ik vertrouw hen.

:49:15
Ik weet dat je ze vertrouwt.
Jij vertrouwt iedereen.

:49:19
Bengalen zijn Moslims.
:49:22
Ze vertellen je het ene
terwijl ze het andere denken,

:49:24
vervolgens zweren ze dat ze gezegd hebben
wat ze dachten.

:49:28
Als het voor één week is,
dan zie ik het door de vingers.

:49:31
Dat is hun probleem.
Ze zullen nog meer verkrampt zijn.

:49:33
Je trekt het je veel te zeer aan.
Wat is er toch?

:49:38
Ze kunnen nergens heen.
:49:41
Dat weten die mensen heus wel.
Ze zijn niet zoals jij.

:49:44
Ze hebben niets te verliezen.
:49:47
Hebben ze je beloofd dat die twee
binnen een week zullen vertrekken?

:49:51
Binnen een week zeggen ze
dat het een misverstand was,

:49:54
en dat jij twee weken hebt gezegd.
Dan kom jij naar mij.

:49:59
En wat dan?
-Niets. Ik gooi ze eruit.

:50:04
Hou die boeken vast.
Breng ze straks naar mijn huis.

:50:10
Pak er zelf ook maar een,
dan steek je nog wat op.

:50:15
En noem me geen meneer.
:50:28
Nu gaan we een ster tekenen.

vorige.
volgende.