3:39:24
En hoe heet hij ?
- Dat zei hij niet.
3:39:27
Als ik ze had zien spelen,
had ik hem gezien.
3:39:30
Vader had een nieuwe jurk
voor me gekocht.
3:39:33
Wit, zoals dit.
3:39:35
En zijdezacht. Alsof hij wist dat ik
hem ging ontmoeten.
3:39:39
En draag je hem niet ?
- Er zit bloed op.
3:39:42
Bloed ? Waar zit er bloed ?
3:39:48
Hou het stil,
maar we hebben het gedaan.
3:39:52
Het ?
3:39:54
Domme gans.
- Ja.
3:40:15
Hou op met huilen,
zo is het genoeg.
3:40:22
Is het echt gebeurd ?
3:40:25
Ik ben ontploft zoals een bom.
Zoals een atoombom.
3:40:31
En doet het echt pijn ?
- Nee.
3:40:34
Ik ben uitgegleden.
En ik hield me dood.
3:40:37
Daarna kuste hij me.
Van kop tot teen. Hij was zo zacht.
3:40:42
Dan heb je hem gezien.
- Nee, alleen gehoord.
3:40:46
En toen ik weer bijkwam,
zei hij:
3:40:50
Vannacht vertrekken we.
3:40:57
Ze zijn er nog. Ja.
Hun toestel staat op het vliegveld.