:46:38
Ze kregen me eronder.
lk geloofde wat ze zeiden.
:46:42
lk moest het wel geloven.
:46:44
lk wilde 't geloven.
Anders kwam ik er nooit vandaan.
:47:18
We gaan naar de kinderen.
:47:25
Wat zei de professor?
- Dat alles goed komt met je.
:47:29
En met ons.
:47:51
Daar is moeder.