:02:02
Goed, morgen ga ik trainen.
:02:07
Ik ga beter voor mezelf zorgen.
- Ga je dus mee met de wandeltocht ?
:02:12
Eerst belangrijker dingen.
Eet je lunch op.
:02:18
Geef op dat ei, maat.
:02:21
Hou op. Wat doe je nou ?
- Dat is mijn ei. Geef op.
:02:29
Het is maar 'n ei, pap.
:02:32
Oké, nu moet ik je wurgen.
:02:42
Wie is de slimste ?
:02:45
Traag geworden van al die sla ?
:02:49
Dat ei is smerig, pap.
:02:53
Lieverd, als je iets binnen tien
seconden opraapt, kun je het eten.
:03:30
Speeksel 1, wat zie je ?
- Een ei. Echo, India. Over.
:03:35
Met mayo ?
- Ja.
:03:37
De darmen in. We willen de mayonaise.
Enzymenafbraak onderweg.
:03:41
Toen ik een kleine cel was,
was het hier superschoon.
:03:45
En kijk nu eens. Schandelijk.
:03:48
Zie je wat ?
- Ja.
:03:52
Mooie genen. Je chromosomen
zitten op de juiste plaatsen.
:03:57
Met een tandenborstel lukt 't wel.
- Neem je werk toch eens serieus.