:37:05
	Nou zeg !
:37:06
	En wat wil je vanmorgen ?
:37:08
	Wil je iets ? Kom op. Spreek dan.
:37:11
	Kom op.
:37:12
	Spreek.
:37:14
	Wil je wat suiker, oudje ?
:37:18
	Hij kan u pijn doen, dokter.
:37:21
	Doe niet zo raar. Hij is compleet tam.
:37:23
	Ze zijn allemaal tam
tot ze een hap uit je nemen.
:37:26
	Nou Blauwoog, gaat het beter met je keel ?
:37:30
	Het doet nog pijn, hè ?
:37:32
	Zie je ? Hij blijft doen alsof hij kan praten.
:37:39
	Die Blauwoog is opmerkelijk.
:37:41
	Hij blijft proberen woorden te vormen.
:37:44
	Zo zijn ze nu eenmaal.
Alles wat ze zien doen ze na.
:37:52
	Wat nu ?
:37:56
	Het is alsof hij iets wil.
:37:59
	Voorzichtig, dokter.
:38:01
	Wat heb ik gezegd ?
:38:03
	Probeer 't nog 'n keer, en ik breek je arm !
:38:07
	Goedemorgen, excellentie.
:38:10
	Dr. Zaius.
:38:13
	Goedemorgen, meneer.
:38:16
	Openmaken graag.
:38:18
	Ik ben zo blij dat u kon komen.
:38:20
	Hier is hij, meneer.
:38:25
	Blauwoog.
:38:27
	Laat maar zien. Doe maar.
:38:29
	Laat je truc zien.
:38:31
	Spreek.
:38:33
	Kom dan. Spreek weer.
:38:37
	Zie daar ! Niet te geloven !
:38:40
	Ja, amusant.
:38:42
	Een mens die zich als aap gedraagt.
:38:47
	Dr. Zaius, ik zou zweren dat hij u antwoordt.
:38:51
	Hij heeft zeker aanleg voor mimiek.
:38:53
	Zeer ongewoon.
:38:56
	Hij gebruikt die oude deken als kleding.