Replicant
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:39:07
Wat doe je?
:39:09
lk werk, mam.
:39:10
Het is in orde. Het is niet wat je denkt.
:39:18
Kom, mam.
:39:20
Jacob!
:39:21
-Wat?
-Die man is in elkaar geslagen.

:39:23
Mam, je kent de vent niet eens.
:39:27
Wacht even! lk heb het over jou.
:39:31
Wat is er met je? Wat is er gebeurd?
:39:33
-Wat heb je?
-Waarom behandel je mensen zo?

:39:36
Mam, hou op. Alsjeblieft.
:39:40
Oké. Maar onthoud één ding:
:39:43
Als je mensen als misdadigers behandelt,
zullen ze dat ook worden.

:39:48
Je eten staat in de koelkast.
lk ga naar huis.

:40:12
Dank je.
:40:36
ik kan er niet meer tegen
:40:38
Je hebt mijn leven verpest.
:40:42
Waar ben je?
:40:46
Stoute jongen
:40:50
Je moet gestraft worden
:40:57
Je bent een slechte moeder.
:40:59
Hé, alles goed?

vorige.
volgende.