Riding in Cars With Boys
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:31:00
Doe je mijn boodschappen ook ?
Je krijgt er geld voor.

1:31:11
Je krijgt alle kanalen in kleur.
1:31:14
Van wie heb je hem gejat ?
- Ik heb hem gekocht.

1:31:19
Kan ik je even
onder vier ogen spreken ?

1:31:24
Ik ben nooit eens alleen.
Zeg het maar.

1:31:28
Ik weet dat je niet bepaald
dol op me bent.

1:31:32
Maar toch wil ik je helpen.
Ray was een goeie vriend van me.

1:31:37
Ik betaal je 200 dollar per uur
als ik je oven mag gebruiken.

1:31:42
Aju, Lizzard.
En neem die tv mee.

1:31:45
Nee, ik heb hem cadeau gekregen.
1:31:48
Ja, dat is waar.
1:31:51
Het is een cadeau.
- Wij gaan even familieberaad houden.

1:31:55
Je moet kinderen iets kunnen afpakken
als je ze wilt straffen.

1:32:01
Hij had niks, dus je kon hem ook niet
straffen. Nu heeft hij wel iets.

1:32:06
Ik wacht wel even.
1:32:08
Het is niet eerlijk, mam.
1:32:11
Ik ben het enige kind
zonder kleuren-tv.

1:32:14
Ik ben de enige moeder
met gaten in haar panty.

1:32:18
Ik ben het enige kind
met gaten in z'n sokken.

1:32:22
Ik ben de enige moeder
met flapperende schoenzolen.

1:32:26
Ik moet alles doen.
1:32:28
De boodschappen,
koken, poetsen en wassen.

1:32:32
Ik kan nooit eens gewoon spelen.
- Ik ook niet.

1:32:36
's Avonds zit ik op school,
ik heb twee baantjes...

1:32:41
en ik moet af en toe ook naar bed
of in bad. We zijn toch een team ?

1:32:46
Jij bent de moeder
en ik ben je kind.


vorige.
volgende.