Riding in Cars With Boys
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:40:03
Het is niet ver meer.
Hij woont hier ergens.

1:40:07
Ze geeft het niet toe, maar ze is
doodsbang nu ze Ray weer zal zien.

1:40:25
Weet je zeker dat je het aankunt
om hem weer te zien ?

1:40:30
Als je liever in de auto wacht,
begrijp ik dat best.

1:40:35
Ik red me wel.
1:40:49
Ik kom er aan, ogenblikje.
1:40:55
Even m'n badjas aandoen.
1:41:06
Woont Raymond Hasek hier ?
1:41:08
Wie ben jij ?
1:41:15
Het is voor jou.
Sta op en trek iets aan.

1:41:18
Rustig maar, ik kom al.
1:41:20
Kom erin. Hij is nog niet klaar,
dus kom maar binnen.

1:41:29
Sorry, we verwachtten geen bezoek.
1:41:32
Leuke spullen.
- Ik verzamel dingen.

1:41:37
Is het jachtseizoen begonnen ?
1:41:40
Dat is de schietbaan aan de overkant.
Hou je van schieten ?

1:41:47
Ja, ik kom er aan.
1:41:56
Ik ben het, Ray.

vorige.
volgende.