:30:02
Wat dan ?
- Jij komt hier studeren.
:30:07
Hoe bedoel je ?
:30:09
Ik weet het niet.
Ik probeer alleen...
:30:13
Ik verpest het voor ons.
:30:19
Ik wil niet
dat je gaat twijfelen aan ons.
:30:24
Luister nou eens even.
:30:27
Ik ben geen vrouw
die constant moeilijk doet.
:30:30
Als je niet meegaat,
zien we elkaar zo vaak mogelijk.
:30:35
Je bent geweldig.
- Helemaal niet.
:30:38
Dat ben je wel.
- Nee.
:30:41
Ik ben woest op haar.
:30:50
Ik kan je niet opgeven.
:30:52
Ooit hou je er wel mee op om haar op
te voeden. Dat heb je altijd gedaan.
:30:59
Je bent jong. Je hebt recht op
een onbezorgd leven samen met mij.
:31:04
Op dit moment
kan ik je niet gelukkig maken.
:31:08
Ik moet ophangen.
- Wacht, Amelia.
:31:11
Ik bel je wel als ik ben aangekomen.
Ik hou heel veel van je.
:31:36
Ga je mee ?
:31:51
Doe je mijn boodschappen ook ?
Je krijgt er geld voor.