:33:17
Haast je daar !
:33:36
Henri !
:33:38
Henri !
:33:42
Henri !
Hmm ?
:34:04
Uh, meer brood.
We hebben meer brood nodig. Kan je wat halen, aub ?
:34:08
Bedoelt hij jou of mij ?
Ik dacht dat ik de bakker was. Ik.
:34:11
Er is bloed op je schort.
Denk je dat dit van een croissant komt ?
:34:14
Oh. Uh, juist.
:34:16
Oh, God-- God zegen.
:34:19
Dank je, dank je.