:35:08
Meneer. Wijn, alstublieft.
:35:15
Mooi zwaard.
Dank je, jonkvrouwe.
:35:18
Is het een lang zwaard
of een kort zwaard ? Wel, lang genoeg.
:35:22
Hou je je zwaard
gepolijst ? Uh, wanneer het tijd is.
:35:26
En doe je het zelf
of heb je hulp ?
:35:30
Mm, zelf. Ik, uh, vertrouw mijn
zwaard aan niemand anders toe.
:35:36
Komaan, je maakt brood
zoals een beenhouwer. Haast je ! Haast je !
:35:41
Ik wilde de beenhouwer zijn.
:35:45
Wat nu ?
Voeg zout toe.
:35:55
Hey, jij !
Haast je met die twee.
:36:13
Wat gebruik ik voor eenden ?
De kleinere.
:36:18
Shoo ! Shoo !
Vlieg weg !
:36:21
Je kan me later bedanken.
:36:33
De wijn is verjongend.
Zorg dat je niet te jong wordt.
:36:37
Het is begonnen.
:36:52
Stop ! Stop! Stop !
:36:58
Ik beveel je te stoppen !