:48:02
lk heb die kamer zelf doorzocht.
:48:06
Hij was leeg.
:48:08
Neem een tabletje, mevrouw.
Dat is goed voor u.
:48:11
Toch voelde ik
dat er nog iemand was.
:48:16
Maar geen mens.
:48:19
Er is iets in dit huis.
:48:22
lets duivels.
:48:25
lets dat niet...
:48:30
Niet kan rusten.
:48:36
lk weet dat u dat niet gelooft.
:48:38
U gelooft het niet, he?
:48:41
lk geef u geen ongelijk.
lk geloofde ook nooit in die dingen.
:48:47
lk geloof het wel, mevrouw.
:48:52
lk heb er altijd al in geloofd.
Het is onverklaarbaar...
:48:58
maar het gebeurt wel.
We kennen allemaal de verhalen...
:49:02
van de andere kant.
:49:07
En ik denk dat soms...
:49:10
de wereld...
:49:13
van de doden verzeild raakt
in de wereld van de levenden.
:49:19
Dat kan niet.
Dat staat de Heer niet toe.
:49:23
Het leven en de dood ontmoeten
elkaar pas in de oneindigheid.
:49:29
Zo staat het in de bijbel.
:49:33
Niet voor alles
is een verklaring.
:49:48
Waar gaat u heen?
:49:51
lk ga naar eerwaarde Legrand.
:49:53
Als hij niet hier wil komen,
dan ga ik hem halen.
:49:56
Wacht tot het weer wat beter wordt.
-lk heb lang genoeg gewacht.