:29:01
Hij was dol op je.
:29:03
Er is nog wat gereedschap,
dat mag je hebben.
:29:12
Bedankt.
Een grasmaaier hadden we nog niet.
:29:30
Hij kon niks weggooien.
:29:32
Wauw, een DTI.
:29:35
Een digital transmission imager.
:29:37
Kijk 's.
- Niet schieten.
:29:41
Dat is een visooglens.
:29:43
Victor had wel gevoel voor humor.
:29:47
Wat ligt hier ontzettend veel.
:29:49
Wat is dit?
- Een thermosfles.
:29:51
Voor...
- Thee, koffie, soep.
:29:57
Die nemen we.
:30:07
Welkom in m'n nederige stulpje.
:30:09
Ik heb maar een regel.
Willen jullie je schoenen uitdoen?
:30:13
Het tapijt is net nieuw.
:30:16
Doe verder maar of je thuis bent.
:30:18
Het slaapgebeuren.
:30:20
Ik heb een logeerkamer.
- Dank je.
:30:23
Een bedbank.
- Voor mij.
:30:25
En een luchtbed.
- Kat in 't bakkie.
:30:30
Hebben jullie honger?
:30:33
Er is hummus,
taramasalata, couscous...
:30:38
tabouleh, gevulde olijven en kaas.
:30:41
Waar is de kaas?
- In de ijskast.
:30:44
Heb je ook brood?
- Focaccia.
:30:48
Is dat gesneden?
- Nou, het is prêt à manger.
:30:54
Het is niet gesneden.
:30:59
Bovenaanzicht van de bank.