:37:01
Dit is niet wat u denkt.
:37:03
Hij is van hout.
:37:11
Wilt u alstublieft
die man wegsturen?
:37:34
Kom er maar uit. Ik weet dat u daar zit.
:37:37
Ik kom er zo aan.
:37:40
Man in damestoilet.
Waarschijnlijk een potloodventer.
:37:43
Oké, Maggie.
- Ik ben geen potloodventer.
:37:46
Wilt u naar buiten komen?
U mag de dames-wc niet in.
:37:51
Ik heb last van m'n darmen.
:38:14
Waar is die viespeuk?
:38:17
Eruit, smeerlap.
- Ik ben bijna klaar.
:38:22
Dat was 't.
:38:26
Noodgeval. Wat is er?
:38:29
U hebt zich aanstootgevend gedragen.
:38:32
Hij had 'n bobbel in z'n broek.
- Wel meer.
:38:37
Ik heb in m'n broek gepoept.
:38:38
Waar is hier
een Marks & Spencer?
:38:41
De winkelstraat in en dan de eerste links.
:38:45
Hartelijk dank.
:38:52
Ineens had ik hem in m'n hand.
:38:54
Dat heb ik ook wel 's gehad.