:16:05
Ze vertelde de vogel dat ze het erg
vond om de lelijke mol te trouwen...
:16:10
en onder de grond te wonen
waar de zon nooit scheen.
:16:14
Ze huilde al bij de gedachte.
:16:17
'Het wordt gauw winter',
zei de zwaluw.
:16:20
'Ik ga naar warme landen.
Kom je met me mee ?
:16:24
Bind je vast op m'n rug met een sjerp.
:16:29
Dan vliegen we weg van de mol
en z'n vieze huis...
:16:33
en gaan naar warme landen
voorbij de bergen.
:16:37
Daar schijnt de zon feller dan hier.
:16:41
Het is er altijd zomer
en er groeien mooie bloemen.
:16:47
Lieve, kleine duimelijntje.'