:38:50
Jerry komt jouw kant op.
- Wat doet hij nou ?
:38:55
Weet ik veel.
- We hadden dit niet moeten doen.
:38:59
Ik kom eraan.
:39:02
Hij had grote eieren. Hij liep erheen
en de eieren begonnen te schudden.
:39:26
Wat is er ?
:39:41
We staan niet goed.
- Acht man doen hun best voor je.
:39:47
Je weet niet
waar je mee te maken hebt.
:39:51
Je weet gewoon niet
waar je mee te maken hebt.
:39:54
Hij bestaat. Dat weet ik zeker.
- De tovenaar bestaat niet.