The Wedding Planner
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:18:00
Een tikje benauwd.
:18:04
Maar misschien komt dat
omdat jij op me ligt.

:18:08
Je verstand werkt goed.
Da's mooi.

:18:13
Je hebt geen hersenschudding.
Het was een flinke smak.

:18:17
Waarom lig je nog steeds op me?
:18:24
Goeie vraag.
:18:26
Zie je die container?
Die probeerde je te vermoorden.

:18:29
Jij stond midden op de weg
en hij kwam op je af.

:18:32
Doe maar even rustig aan.
:18:36
Je hebt mijn schoen gered.
:18:41
Ik bedoel mijn leven.
:18:44
Ik ging voor de schoen,
maar ik kreeg jou erbij.

:18:47
Probeer eens te gaan staan.
:18:52
Ga maar staan. Goed zo.
Ik heb je vast.

:18:56
Ik heb je vast.
:18:59
Gaat het?
:19:03
Je ruikt naar zoete,
rode pruimen...

:19:08
...en een kaastosti.
:19:18
Dat hoor ik wel vaker.
:19:22
Kom maar.
:19:25
Ja, ze is dood.
:19:27
Gaat ze naar de hemel?
-Absoluut.

:19:30
Ze heeft hele schone tenen.
:19:34
Waar ben ik?
:19:35
Op de kinderafdeling
van het St Vincent ziekenhuis.

:19:39
Ik ben de dokter.
Je kunt beter niet praten.

:19:46
Ik ben verlamd.
:19:49
Je kunt alles be wegen,
dan ben je niet verlamd.

:19:56
Dank jullie wel.
Hoe is het met de patiƫnt?


vorige.
volgende.