Two Can Play That Game
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:09:02
En nu we het er toch over hebben...
-Leen me nou wat flappen, schatje.

:09:08
Je weet toch dat ik van je hou.
-Dat gezeur komt me de strot uit.

:09:13
Vertel die schat nou maar eens
wat ze zou moeten doen. Precies.

:09:17
Die armoedzaaier
de straat op trappen.

:09:19
Hallo, Miss Smith. Hoe maakt u het?
-Goed. Is Keith nog in vergadering?

:09:24
Ik zal hem laten weten dat u er bent.
:09:26
Miss Smith is hier, Mr Fenton.
Goed, ik stuur haar door.

:09:31
Hij is net aan het afronden.
Gaat u maar naar binnen.

:09:35
Weet iedereen nu wat ons vandaag te
doen staat? We zien elkaar om 4 uur.

:09:41
We mogen niets
aan het toeval overlaten.

:09:59
En ik? Ik heb geen problemen met m'n
geliefde. Hij gedraagt zich goed.

:10:22
Schrik niet. Keith is m'n geliefde.
:10:29
Weet je wat? Dit gaat jullie
niks aan. Ik zie jullie wel weer.

:10:36
Er gaat niets boven
liefde bij daglicht.

:10:39
Jullie kijken misschien op
van zo'n vluggertje.

:10:43
Ik leg het je uit. Keith is m'n
vriend, en dat is hij al een tijdje.

:10:49
Het was een typisch avondje uit
met de meiden.

:10:52
We zagen er goed uit en gedroegen
ons slecht. Genoeg knappe kerels.

:10:57
Toen keek hij naar mij, en één
ogenblik was iedereen verdwenen.


vorige.
volgende.