1:13:02
Dat gefriemel daar is alleen maar
bedoeld om je aandacht te trekken.
1:13:07
Laat hem z'n gang gaan en
richt al je aandacht op hem.
1:13:12
Maakt niet uit wat hij zegt, je let
op. En je lacht om al z'n moppen.
1:13:18
Dus ik zeg tegen hem: Waar
zie je me voor aan, Jim Carrey?
1:13:39
Ik ga de boel hier op stelten zetten,
als er niet gauw iets te eten komt.
1:13:45
Wat is dit nou? Dat is blank voer.
Wij hebben vlees nodig.
1:13:53
Ze komt niet in beweging.
-Dat is niet best.
1:13:57
Dansen kan ze met iedereen.
Dat is niet persoonlijk.
1:14:02
Maar zo lang praten, dat is
persoonlijk. Ze wil hem leren kennen.
1:14:09
Je verhoogt de inzet door naar
een stil hoekje te vertrekken.
1:14:14
Heb je zin om mee naar binnen
te gaan? Het is hier zo lawaaiig.
1:14:29
Hoe staat het ervoor?
-Ze is naar binnen gegaan.
1:14:31
Naar binnen? Dat kan niet.
-Met die kerel.
1:14:36
Jij bent toch zo grappig.
1:14:39
Kan ik je even spreken?
-Een ogenblikje.
1:14:45
Ik haal wat te drinken.
-Doe dat vooral.
1:14:52
Wat heeft al dat geklets met hem te
betekenen? Wil je me jaloers maken?
1:14:57
Welnee. Ik vind het leuk om met hem
te praten. Ik speel geen spelletjes.