1:06:00
Mijnheer, kijk.
1:06:05
Wat zei ik? Vidocq deed 'n onderzoek
naar de alchimist.
1:06:08
Verdomme. Hij bestaat.
1:06:10
Het is geen legende.
-Ik leg het uit.
1:06:13
Het is duidelijk. Heel duidelijk.
1:06:15
Vidocq achtervolgde de alchimist...
1:06:18
en de alchimist duwde hem in de put.
1:06:22
Misschien...
-Wat anders?
1:06:27
Laten we de zaken
nog eens op een rij zetten.
1:06:31
Stel dat de alchimist achter de bliksem
zit. En dat de alchimist Vidocq zelf is.
1:06:37
Ik begrijp het niet.
1:06:40
De bliksem, de moorden, het masker.
1:06:43
Hoort dat niet
bij een vroegere misdadiger?
1:06:46
En dat verklaart ook
deze instrumenten...
1:06:50
en het masker hier, niet?
1:06:52
En Vidocq viel zelf in de put?
-Luister.
1:06:58
Of hij regelde zijn eigen dood.
1:07:02
We vonden slechts een hoopje as.
1:07:06
Is het geen mooi einde
voor een manipulerende schurk?
1:07:10
Sta me toe, mijnheer,
maar dat lijkt me...
1:07:14
te ingewikkeld.
-Luister.
1:07:16
Luister.
1:07:18
Vidocq en de alchimist
zijn twee personen. Ik heb 't bewijs.
1:07:22
Hij lijkt zijn zaak goed te kennen.
1:07:25
Welk bewijs?
1:07:27
Laat mij los.
1:07:30
Vidocq vocht met de alchimist
toen Laffite stierf.
1:07:33
Ik heb een getuige.
1:07:36
En al die instrumenten?
-Vidocq is scheikundige.
1:07:39
Hij werkte aan een papierformule.
1:07:41
En dat? ls dat voor de decoratie?
1:07:48
Wie zegt dat de alchimist
slechts één persoon is?
1:07:52
U bent gek.
1:07:54
Achter het masker
kunnen twee boeven zitten.
1:07:57
Vidocq en het andere monster.