:40:36
Iemand fluisterde mijn naam...
:40:39
'Katie. Katie'
:40:44
Er stond iemand aan de andere
kant van de rij met boeken.
:40:48
Ik denk dat het mijn ex-vriendje was.
:40:50
Ik denk dat hij weer terug is.
:40:51
Ik weet bijna zeker dat
ik hem in zijn auto zag.
:40:53
Ik denk dat hij me achtervolgt.
:40:55
En wat voor gevoel krijg je daarbij ?
:40:57
Zenuwachtig...
:40:58
verrukt...
:41:02
angstig.
:41:03
Ik wil hem wel zien, maar...
:41:07
maar ik ben bang
om hem te zien.
:41:11
Waarom zeg je bang ?
:41:13
Omdat ik een stukje van
mezelf door hem verloren ben.
:41:15
Ik was mezelf niet meer.
:41:21
Het was net een drug.
:41:23
En hij zat samen met jou
in de bibliotheek opgesloten ?
:41:27
Dat denk ik wel, ja.
:41:29
Maar je had hem al
twee jaar niet gezien ?
:41:31
Ik weet hoe dit klinkt.
:41:33
Katie, je bent in slaap gevallen
in een oude bibliotheek,
:41:35
wat beangstigend is
onder deze omstandigheden.
:41:39
Je bent bijna afgestudeerd,
je scriptie is bijna afgerond,
:41:43
sollicitatiegesprekken,
levensveranderende overgangen.
:41:46
Je moet rekening houden...
:41:48
met de emoties die
hierdoor naar boven komen.
:41:51
Ja ?
:41:53
Hij heeft haar overtuigd
dat ze een kunstenares kan zijn.
:41:57
Ze zouden in een woonboot
in Amsterdam gaan wonen,