:26:01
Wat is er?
:26:04
Je begaat een grote fout.
:26:06
Trouw die jongen nou niet.
Doe het niet.
:26:09
Waar heb je het over?
:26:12
Ik had vannacht een droom.
:26:14
Heel realistisch. Je moeder was er.
:26:16
Jij was er.
:26:18
Niet een of ander ruimtevaartuig
:26:25
waar een stel rare wezens uit kwamen
:26:28
die jou mee wilden nemen.
:26:29
Maar weet je wat,
:26:31
ze leken allemaal op Randall.
:26:33
Begrijp je.
:26:34
Ik probeerde je te redden.
:26:36
Pap, het is goed.
:26:39
Je wordt een beetje kierewiet.
:26:41
Mam is er niet om je te kalmeren.
:26:44
Nee, dat is het niet.
:26:46
Ik smeek je Randall niet te trouwen.
Randall te trouwen.
:26:48
Hij is niet van jouw klasse.
:26:52
Ik kan dit niet laten gebeuren.
:26:55
Kijk naar deze mensen.
:26:59
Interesseer je je ineens
in de dingen die ik doe?
:27:04
Heb je nu wel een
mening over mijn leven?
:27:11
Luister naar me.
:27:15
Overmorgen trouw ik.
:27:19
Jij komt naar de bruiloft,
:27:21
gaat zitten, geniet
en ondersteunt me,
:27:24
of je kunt nu opstappen en
:27:27
vertrekken naar Omaha.
:27:36
Kom hier.
:27:38
Ik heb het tegen jou jongedame.