:42:01
	Wat ik zou willen doen ?
:42:07
	Ik zou wel leraar willen worden.
:42:11
	Ja ?
:42:12
	Mijn moeder was lerares.
:42:13
	Echt waar ?
:42:15
	Een leraar...
:42:18
	heeft een machtige positie.
:42:22
	Je kunt die kinderen
dingen meegeven en zo.
:42:25
	Ik denk dat je
een goede leraar zou zijn.
:42:27
	Echt ?
Dank je.
:42:30
	Ik vind...
:42:34
	Ik vind je knap.
:42:39
	Dank je.
:42:43
	Wat is er ?
:42:44
	Het is zo grappig.
:42:46
	Ik bedoel lief,
wat er gebeurt met je...
:42:49
	met je mond,
als je lacht.
:42:52
	Een mondhoek gaat
hoger dan de andere.
:42:54
	Wist je dat ?
:42:55
	Nee.
:42:57
	Dat is schattig.
:42:58
	Dank je.
:42:59
	Dat moet je niet
verstoppen hoor.
:43:01
	Je moet vaker lachen.
:43:03
	Dat staat je goed.
:43:13
	We zijn er.
:43:15
	Vond je het leuk ?
:43:17
	Ja,
ik vond het fantastisch.
:43:18
	Dank je.
:43:24
	Nou...
welterusten.
:43:27
	Welterusten.
:43:35
	Wat zeg je ?
:43:37
	Dat is Japans.
:43:40
	Dat betekende,
het was me een waar genoegen
:43:42
	de avond met jou
te mogen doorbrengen.
:43:45
	Gaaf.
Dat klonk prachtig.
:43:47
	Dank je wel.
:43:50
	En hoe zeg je dan,
:43:51
	misschien kunnen we
dit vaker doen ?
:43:56
	Dat weet ik niet.
:43:59
	Laat het me weten.