1:01:00
	Hallo, mevrouw Davenport.
1:01:01
	Ik ben matroos Fisher.
1:01:03
	Antwone Fisher, mevrouw.
1:01:04
	Nou, waarmee kan ik
je van dienst zijn ?
1:01:05
	Ik kom voor de commandant.
1:01:07
	Ik ben een patiënt van hem.
Ik zou hem hier ontmoeten.
1:01:09
	Nou, hij is nog niet thuis.
1:01:10
	Maar...
1:01:14
	Kom binnen.
Je mag wel wachten.
1:01:23
	Wil je wat cider ?
1:01:25
	Tuurlijk. Dank u.
1:01:28
	U maakt zich al helemaal klaar
voor Thanksgiving, mevrouw.
1:01:31
	Noem me geen mevrouw.
1:01:32
	Dan voel ik me zo oud.
1:01:33
	Noem me Berta.
1:01:35
	Ga je naar huis met
de feestdagen ?
1:01:37
	Nee, maar de chef-kok
op het schip
1:01:39
	gaat een grote
maaltijd klaarmaken.
1:01:40
	Dus daar blijf ik voor.
1:01:41
	Dat klinkt goed.
1:01:43
	Alsjeblieft.
1:01:44
	Dank u zeer.
1:01:48
	Het eerste wat ik zag...
1:01:49
	de eerste keer dat
ik in zijn kantoor was...
1:01:51
	dat was u.
1:01:53
	Ja. Het was een foto van u.
1:01:55
	Ik vond dat u een
mooi gezicht had...
1:01:57
	een goed gezicht, en...
dat hij wel oké was,
1:02:00
	aangezien hij met een vrouw
zoals u getrouwd was.
1:02:03
	Ben je klaar om te beginnen ?
1:02:06
	Ja, Sir.
1:02:09
	Leuk u ontmoet te hebben.
1:02:10
	Het genoegen was wederzijds.
1:02:12
	Oké.
1:02:18
	Ik probeerde alleen maar
vriendelijk te zijn.
1:02:21
	Waarom probeer je niet
vriendelijk te zijn op dat schip ?
1:02:25
	Ga zitten.
1:02:31
	U heeft een mooi huis.
1:02:32
	Dank je.
1:02:33
	Vertel me over jouw huis.
1:02:35
	Over je huis op de dag
dat je je familie verliet.
1:02:37
	Sir ?
1:02:38
	De Tates. Toen ze je
eruit gooiden.
1:02:39
	Vertel me daarover.
1:02:40
	Dat betekende terug
naar het weeshuis.
1:02:45
	Ze zeiden dat ik...
1:02:46
	mijn sociale vaardigheden
moest ontwikkelen.
1:02:49
	Niemand wilde tieners adopteren.
1:02:56
	Ze hebben me naar
een militaire school gestuurd
1:02:57
	in Pennsylvania.
1:02:59
	Daar heb ik mijn uitstekende
vaardigheden opgedaan.