1:50:08
	Welkom.
1:50:20
	Vooruit.
1:50:21
	Kom op, we gaan eten !
1:50:27
	Wil je wat pannenkoeken ?
1:50:32
	Natuurlijk.
1:50:36
	Daar komen ze.
1:50:38
	Ook wat worstjes ?
1:51:06
	Ik ben geen maagd meer.
1:51:12
	Ik ben blij om dat te horen.
1:51:22
	Hoe gaat het, jongen ?
1:51:23
	Fantastisch, Sir.
1:51:24
	Oké, mooi.
1:51:25
	Geweldig om je weer te zien.
1:51:27
	En ?
1:51:28
	Ik heb uw raad opgevolgd.
1:51:30
	Ik heb mijn familie gevonden
en mijn moeder.
1:51:34
	Mooi.
1:51:36
	En ?
1:51:37
	Diep in mijn hart
vergeef ik het haar,
1:51:39
	maar als ik haar
nooit meer zou zien...
1:51:42
	Ik begrijp het.
1:51:44
	Het is vreemd om zo
over je moeder te denken
1:51:47
	maar het is me gelukt.
1:51:49
	En ik ben u verschuldigd
om te zeggen dat u gelijk had.
1:51:51
	Dat ben je mij verschuldigd ?
1:51:52
	Ja, Sir.
1:51:53
	Ik moest haar vinden.
1:51:55
	Tja.
1:51:58
	Als ik gelijk had, dan was dat
louter vanwege verkeerde redenen.