:41:04
2 ?
:41:06
3 ?
:41:11
Je liet me schrikken met de ketel.
:41:23
Hoe is het met je ?
Jij Oké ?
:41:34
Luister, uh, ik zal je iets
laten zien.
:41:35
Misschien dat dit
het makkelijker maakt, weet je ?
:41:38
Kijk uh, kijk...
:41:40
uh, dit is, uh, Duitse jongen.
:41:46
Oké ? Dit is, uh,
Zwitserland.
:41:52
Dit is, uh, Grieks...
Griekse jongen.
:41:57
Dit is, uh, een croupier.
:42:01
Dit is een vetzak.
Zie je ? Nee.
:42:05
En dit is,
dit ben jij.
:42:17
Luister, John,
weet je...
:42:19
hun waren...
weet je, hun waren niet
zo goed als jij bent.
:42:23
Jij... jij zou je niet
zo slecht moeten voelen, hé ?
:42:29
Oké, Ik heb dit nodig.
:42:33
Dank je.
:42:38
Dank je.
:42:42
Het is toch genoeg.
:42:44
We kunnen nu niet stoppen.
:42:49
Wil je stoppen ?
:42:51
Ja.
:42:53
Nou, stop dan.
:42:56
Wat is dit ?
:42:58
Wat ? het is niets.
:42:59
Ik heb mezelf gebrand.