Enough
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:03:02
Niet slecht. Maar vind je niet
dat het zo negatief klinkt.

:03:05
Nee, ik zeg mijn naam niet.
:03:07
Oké.
:03:09
Geef me de soep, kalkoenburger,
koolsla en enkele extra sneetjes tomaat.

:03:14
Ik schrijf boeken.Lees je boeken?
Wat ben je nu aan ' t lezen?

:03:20
Ken je Finnegans Wake van James Joyce?
:03:24
Mijn vriend zei mij dat dit het moeilijkste boek
is in de Engelse taal.

:03:27
Ik bedoel, niet het moeilijkste,
maar het moeilijkste dat je nog kunt lezen.

:03:31
Ik dacht bij mezelf, als ik er door geraak,
dan kan ik de rest ook lezen.

:03:35
-Hoe lang ben je het al aan 't lezen?
-Zes jaar.

:03:38
Ik kom terug met jouw soep.
:03:42
-Hij valt op je.
-Hij is een lul.

:03:45
-Hij was hier gisteren ook, weet je?
-Ik weet het.

:03:49
En nu is hij hier terug , brengt je een roos mee,
en betrekt je in een gesprek.

:03:54
Oké, dus hij vindt me leuk.
:03:56
- En hoe vind jij hem?
- Ik ken hem niet.

:04:00
Wat heeft dat er nou mee te maken?
Hij is een lekker, groot stuk taart.

:04:06
Geloof je me? Een lekker stuk worteltjestaart.
:04:09
En als zo'n jongen, die leuker
is dan jij, jou aardig vindt....

:04:13
Is hij leuker dan mij?
:04:15
Geef toe, niemand zal ooit
achter jou aangaan vanwege je uiterlijk.

:04:18
Da's balen, want ik ben een ontzettend leuk iemand.
:04:24
Kop soep.
:04:29
Jij schrijft niet echt boeken hè?
:04:31
Nee.
:04:32
Ik heb Finnegans Wake ook niet
echt gelezen.

:04:37
Ik ga de wet ....
:04:38
.... verdedigen.
:04:41
Voor wie is de roos?
:04:46
Smakelijk eten.
:04:48
Hé!
:04:54
Jou.

vorige.
volgende.