:26:01
Goeie God.
:26:12
Heb je thee gezet ?
- Natuurlijk.
:26:15
Laat nou toch.
:26:18
We hadden iets moeten doen.
:26:20
Het zijn onze zaken niet.
:26:21
Jij doet je bek open en zij stort in.
En het zijn onze zaken niet ?
:26:25
Het moest. Bij 'n overlijden
wordt 't testament voorgelezen.
:26:28
Heb je haar ogen gezien ?
:26:31
En wat heeft ze
met d'r haar gedaan ?
:26:33
Hoe moet ik dat weten ?
Ik ben maar notaris.
:26:36
Zou jij niet willen weten wat je erfde
als ik met de kinderen omkwam ?
:26:40
Ik wist dat ze domme dingen
zou doen met je revolver.
:26:43
Wie zegt dat zij hem stal ?
:26:44
Wie anders ?
Ga de thee halen.
:26:55
Gaat het al wat beter, Lily ?
:26:57
Sorry, ik begrijp niet...
- Niet praten. Spaar je krachten.
:27:02
Je moet rusten.
:27:04
Je hebt
vreselijke dingen meegemaakt.
:27:07
Het zal tijd vergen
om eroverheen te komen.
:27:10
Als je aan stommiteiten denkt,
moet je me roepen.
:27:18
Voor we weggaan...
:27:20
... Moet je
een vraag beantwoorden.
:27:25
Heb jij
Louis z'n revolver genomen ?
:27:30
Weet je het zeker ?
:27:37
Zul je het zeggen
als je hem vindt ?
:27:41
Goed.
:27:43
Ik zet de tv aan,
dan heb je wat aanspraak.
:27:50
Zo.
:27:52
Vanavond komen we terug
met wat te eten.
:27:59
Laat je thee
nou niet koud worden.