1:06:01
en ik heb hem wat water gegeven.
1:06:03
Ik hoopte dat dokter Green
kan langskomen...
1:06:07
om even naar hem te kijken.
1:06:11
Dat lukt?
1:06:13
Ik begrijp het.
1:06:19
Ik wil gewoon...
1:06:22
zeker weten dat hij niet doodgaat,
1:06:24
of zoiets.
1:06:25
Dus als dat zou kunnen,
zou dat fantastisch zijn.
1:06:31
Dat is fantastisch.
1:06:34
Ja, ik zie u wel verschijnen.
1:06:36
Wat? Het adres?
1:06:39
Oh, mijn adres.
1:06:41
Dat heeft u wel nodig hè?
1:06:58
Ik weet het. Ik kan
eigenlijk niet praten.
1:07:00
Ik ga een winkel binnen.
Kan ik je terugbellen?
1:07:07
Echt?
1:07:11
Dat is mooi.
1:07:13
Daar ben ik heel blij mee.
1:07:16
Heb je Gus ontmoet?
1:07:18
Dat is nog eens iemand...
1:07:21
die je leven kan veranderen.
1:07:29
Ik neem die jurk.
1:07:31
Hij staat je fantastisch.
1:07:32
Natuurlijk.
1:07:34
Ik was dik,
1:07:38
te zwaar en erg klein,
1:07:41
ik zat nog in mijn puberteit.
1:07:44
Dus ja, ik zag er niet uit...
1:07:48
zoals ik er graag uit had gezien
op de middelbare school.
1:07:51
Ik had mijn sociale status
graag veranderd.
1:07:53
Nog steeds.
1:07:55
Het is voor mezelf.
1:07:57
Dat zijn er vijf.
1:07:59
Mooi. Dank u vriendelijk.