1:18:01
Je hoorde me wel.
1:18:03
Je bent een zielige man.
1:18:05
Als zij zegt, spring
dan spring jij.
1:18:07
Je bent walgelijk.
Ik heb hier geen tijd voor.
1:18:16
Wie ben jij eigenlijk?
1:18:17
Maak je geen zorgen om wie ik ben,
de vraag is wie ben jij?
1:18:21
Ik zie hoe je haar aanbidt.
1:18:23
Je hebt alleen niet de moed om
het haar te vertellen.
1:18:26
Omdat je een lafaard, een slap jongetje bent.
1:18:28
Als je nu zo vriendelijk
wil zijn om aan de kant te gaan...
1:18:31
...dan maak ik je droom werkelijkheid.
1:18:35
Weet je Dodge? Als je iemand
vermoordt...
1:18:37
...ga je naar de hel.
1:18:41
Goed, je leeft er voor...
1:18:44
...wil je er ook voor sterven.
1:19:24
Abs?
1:19:29
Ik heb Ferriman neergeschoten.
1:19:31
Is hij dood?
Ja
1:19:33
Wees daar maar niet zo zeker van, Dodge.
1:19:35
Waar ben je mee bezig?
1:19:37
De reis is voorbij.
Ik laat het schip zinken.
1:19:39
Het heeft z'n laatste slachtoffer gemaakt.
1:19:42
Maar dan gaan wij ook dood.
We zullen de gok moeten wagen.
1:19:45
Wat doen we met het goud?
1:19:46
Je maakt een grapje zeker?
1:19:48
We krijgen het goud hier niet vandaan,
dat is nog niemand gelukt.
1:19:51
Wacht, wacht, wacht.
1:19:53
Met dat goud kunnen we alles
kopen wat ons hartje begeert.
1:19:57
We kunnen onze eigen boot hebben,
wij tweeën.