Impostor
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:26:00
Maya, help me.
1:26:21
Je had ongelijk.
- Inderdaad.

1:26:24
Je had ongelijk.
- Dat besef ik.

1:26:27
Luister naar me. Je moet naar ons
toe komen. Spencer, luister.

1:26:35
We hebben de moordlijst verder
ontcijferd. Er is 'n fout gemaakt.

1:26:40
Je moet hierheen komen.
- Er zit beweging in.

1:26:43
Je wilt niet zien wat daar in ligt.
- Schiet me dan neer.

1:26:46
Je wilt niet... achteruit.
- Schiet me dan neer. Toe dan.

1:27:11
Ze moesten jou niet hebben.
Jij was de schakel naar de Kanselier.

1:27:18
Het was haar doel.
1:27:22
Jij diende alleen als lokaas.
- Geloof 'm niet.

1:27:28
Dat is nietje vrouw.
1:27:31
Dat ding heeft je vrouw vermoord.
1:27:35
Luister niet naar 'm.
Stop.

1:27:41
Kijk me aan en kom naar me toe.

vorige.
volgende.