:32:02
Hoe weet je dat...
dat hij het is?
:32:04
Ik las het op z'n inschrijvingsformulier.
:32:06
Goeiendag.
:32:11
De 2.
- De 2.
:32:13
1000 frank, alstublieft.
- Alstublieft.
:32:17
Dank u. Tot ziens.
- Tot ziens.
:32:22
Wat heb je in het centrum gezegd?
:32:26
Niets. Ik moest niets zeggen.
:32:29
Er was geen plaats voor hem.
Ik heb al 4 leerjongens.
:32:32
En als hij terugkomt?
:32:33
Nee. Ze hebben hem
ergens anders heen gestuurd.
:32:35
Waar?
- Dat weet ik niet.
:32:39
Maar je hebt hem gezien?
- Nee.
:32:44
Even vroeg ik me af of ik hem
niet had moeten nemen.
:32:47
Waarom?
:32:48
Om hem te leren timmeren.
- Je bent gek.
:32:51
Hij heeft onze zoon gedood
en jij wil hem leren timmeren.
:32:54
Ik heb er even aan gedacht, meer niet.
:33:01
Goeiendag.
:33:04
Alstublieft.
:33:06
De 2.
:33:15
Alstublieft.
- Dank u. Dag.
:33:18
Tot ziens, meneer.
:33:27
Hoeveel is het?
:33:29
20 frank.
:33:31
Olivier, je moet daar niet meer over praten.
:33:51
Ik had niet mogen komen. Sorry.
:33:58
Olivier,