1:29:00
Hoe zeg je dat?
1:29:05
Schol.
1:29:09
Vooruit, Harry.
1:29:14
Dansen! Komaan
1:29:22
Takey!
Hij is een Griek.
1:29:51
Ambiance!
1:30:01
Soms vreesde ik dat
het niet gebeurd was.
1:30:04
Ik ben bang dat als ik wakker word en
nog steed lookbrod aan het smeren ben.
1:30:07
wachtend tot mijn leven vertrekt.
1:30:09
maar het is gebeurd. Echt.
1:30:12
En weet je wat?
1:30:14
Mijn familie is groot en luid.
1:30:15
Maar ik hou van mijn familie.
1:30:18
We maken ruzie en we lachen.
1:30:20
Oh ja, we roosteren
lammeren in de voortuin.
1:30:23
Waar ook ga of sta,
1:30:25
ze zullen altijd voor me klaar staan.
1:30:35
Ian en ik verhuisden naar het huis dat
mijn ouders voor ons kochten.
1:30:38
Een minuut later was ik zwanger.
1:30:40
Zes jaar later ging mijn dochter
naar de griekse les.
1:30:44
Ma, ik wil naar Brownies.
1:30:46
Ik weet het, ik weet het.
1:30:47
Ik beloof je dit:
1:30:49
Je mag trouwen.
Je mag trouwen met wie je wil.
1:30:52
Oh, bedankt schatje.
1:30:54
Kom.
1:30:57
Wat betekent dat?
1:30:59
Geheim.