1:20:03
	Je riep daarnet dat hij wist
wie Calvess had vermoord.
1:20:07
	Je maatje Oak is zo corrupt als wat,
man. Hij liegt tegen je.
1:20:12
	Wat zeg je ? Hij liegt ? Waarover dan ?
- Over wat er in die tunnel gebeurde.
1:20:18
	Over wie die agent vermoordde.
Waarom denk je dat we hier zitten ?
1:20:23
	Omdat hij er ook was.
- Waar was hij ?
1:20:28
	In de tunnel.
1:20:39
	Die ochtend kwam Calvess langs.
Hij zei dat hij wou scoren.
1:20:44
	Zes uur's ochtends.
1:20:46
	Ik zei dat hij verdomme wel
met iets goeds moest komen.
1:20:51
	Je kende z'n echte naam ?
- Eerst zei hij dat hij Fredericks heette.
1:20:56
	Jimmy Fredericks.
1:20:58
	Hij kon het niet aan, raakte verslaafd.
Hij verraadde zichzelf.
1:21:03
	Dus jullie wisten het ?
- Iedereen.
1:21:06
	Ook over jou en andere agenten.
1:21:09
	Hij hield ons de hand boven het hoofd,
waarschuwde ons voor invallen.
1:21:15
	Wij gaven hem dope.
1:21:17
	Je zei dat hij
jullie ook politiepasjes gaf.
1:21:20
	Van alles. Penningen, pasjes, wapens.
1:21:24
	Als hij geen poen had,
kwam hij daarmee.
1:21:32
	Hoe was hij er die ochtend aan toe ?
- Niet best. Hij sloeg wartaal uit.
1:21:39
	Z'n handen trilden helemaal.
We kwamen daaraan.
1:21:43
	Bleek hij niets te hebben.
Wat moet ik daarmee ?
1:21:46
	Ik zei dat hij op moest rotten,
dat hij niets kreeg.
1:21:50
	En toen werd ie helemaal gek.
1:21:53
	Hij zei dat hij ons zou oppakken,
als we niets gaven.
1:21:57
	En toen dook Oak opeens op.