1:28:00
Ik probeer dit enkel te openen...
1:28:08
- Is alles in orde ?
- Is alles in orde met u, mevrouw ?
1:28:12
Wie ben jij... Wat uur is het ?
1:28:17
Even na 4:00 a.m.
1:28:19
We kregen een telefoon, mevrouw.
1:28:22
Heeft iemand u gebeld ?
1:28:25
Kunnen we even binnenkomen ?
1:28:27
Wat willen jullie ?
1:28:28
- We zouden graag even binnenkomen.
- Nee, jullie kunnen niet binnenkomen.
1:28:32
Mevrouw, bent u zeker dat alles in orde is ?
1:28:34
Alles prima.
1:28:37
Mevrouw, je ziet er niet zo goed uit.
1:28:47
Wel, u ziet er ook niet bepaald goed uit,
Agent Keeney.
1:28:53
Komaan, ik bevries hierbuiten.
1:28:58
'Er zijn er drie.'
1:29:01
Wat ?
1:29:02
Uw echtgenoot zei dat je om hulp belde.
1:29:05
Dat u zei, 'Er zijn drie'
net voordat u afgesneden werd.
1:29:12
Oh, dat telefoontje.
1:29:14
En de buren...
1:29:17
... hebben gebeld om te melden dat er luid geroep was
of was dat een luidspreker of zo ?
1:29:24
Dat was de TV. Hij staat uit nu.
1:29:28
Mag ik u een vraag stellen ?
1:29:32
Wat was het einde van die zin ?
1:29:38
Wanneer u zei, 'Er zijn drie'...
1:29:41
... en wat is de rest ?
1:29:47
Kijk...
1:29:52
Mijn echtgenoot en
ik zijn uit mekaar...
1:29:55
... en het is mijn eerste avond
in een nieuw huis...
1:29:59
... en ik geef toe een
beetje dronken was.