Storytelling
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:06:02
kan je daar dan wat aan doen.
1:06:17
Ik heb boven druivensap gemorst.
1:06:20
kan je het nu gaan opruimen ?
1:06:38
Pap ?
1:06:41
Denk je dat Brady
nog beter wordt ?

1:06:48
Een mens op 'n miljoen geneest.
1:06:52
Misschien is hij
die ene van dat miljoen.

1:06:56
Mikey, je hebt optimisme...
1:07:00
en je hebt stompzinnigheid.
1:07:02
Het onderscheid is erg fijn.
1:07:04
Ik denk ook niet dat er hoop is.
1:07:08
Ik wou je alleen opmonteren.
1:07:10
Dank je.
- Graag gedaan.

1:07:15
Pap ?
1:07:17
Mag ik nu proberen
je te hypnotiseren ?

1:07:24
Ja, ga je gang.
1:07:26
Hypnotiseer me maar.
1:07:28
Oké, blijf zitten. Ik ben zo terug.
1:07:36
Ogenblikje !
1:07:39
Nog even !
1:07:46
kan je je naar me toe draaien ?
1:07:48
Dank je.
1:07:51
Goed.
1:07:54
Je moet
dit glanzend voorwerp fixeren

1:07:57
en je concentreren.

vorige.
volgende.