:15:00
We moeten gewoon zoveel mogelijk
verzamelen.
:15:04
lk weet niet of dat wel lukt.
- Zoek een andere verbinding.
:15:09
Die hebben we gevonden.
- Wat is er dan?
:15:12
Jij werkt er niet.
- lk doe meer dan dat.
:15:16
Het is geen wedstrijd.
- We doen onze taak.
:15:20
lk ben overal op voorbereid, Dina.
- lk ook.
:15:24
ls er een probleem?
- Wat zullen ze met de rest doen?
:15:29
Je eigen leven loopt gevaar.
- Waarom riskeren we dat van hen?
:15:34
Wij hebben ze hier niet gebracht.
Gedraag je dan net zoals zij.
:15:39
Dat bedoelt ze niet.
:15:41
De vrouwen zullen gestraft worden
voor ze worden vermoord.
:15:46
Wat maakt het uit als je dood bent?
- Het was niet hun keuze.
:15:50
Onzin. Leg ze op de ochtendkar.
Hoeveel lijken waren er?
:15:55
Acht.
- Mooi zo.
:15:58
Hoe meer lijken, hoe beter. Begrepen?
:16:01
lk neem deze twee.
:16:08
Sukkels.
:16:16
Heeft ze gelijk?
- Natuurlijk.
:16:20
Wat dacht je de afgelopen
twee maanden dan?
:16:23
Maar ik kan haar wel slaan.