:31:03
Het is goede wijn, klote jood.
:31:05
Je kunt het niet laten smelten.
Wij kunnen er iets voorkrijgen.
:31:10
Twee flessen.
- Klootzak.
:31:13
Hoffman, geef hem twee flessen.
:31:28
Voorzichtig.
:31:33
Het zijn leugenaars.
- Hoezo?
:31:36
Hij wou de ketting houden.
Hij denkt dat hij hier uitkomt.
:31:42
Wij zijn een afleidingsmanoeuvre.
- Het zijn joden.
:31:47
Dat zeg je steeds, Simon.
Vertrouw jij joden nog?
:31:57
Zou niemand hier uitkomen?
:32:00
Al red je het...
:32:03
zou jij dan nog een van je familieleden
onder ogen durven komen?
:32:09
Na alles wat je hebt gedaan
om te overleven?
:32:12
Voor wodka en lakens.