:56:01
Dat doe ik wel.
:56:08
Lepel.
:56:12
Dit is thee.
:56:29
Wat was het voor konvooi?
- Hongaars.
:56:33
Wie vond haar?
- Hij.
:56:34
Waar?
- Onderop.
:56:37
De kinderen liggen altijd onderop.
:56:40
Hoe lag ze?
- Hoe ze lag?
:56:44
Dat is toch simpel. Op haar zij?
- Op haar buik, denk ik.
:56:52
Kun je me horen?
:56:59
Zeg eens wat.
:57:07
Hoe heet je?
:57:18
Dit duurt even. Dit heeft tijd nodig.
:57:24
Het is heel eenvoudig wat we willen
horen. Het is zo eenvoudig.
:57:31
En wie heeft er last van?
:57:36
Alleen jij.
:57:38
En we komen er toch wel achter.
:57:42
Waar ging het kruit heen?
:57:49
Waar ging het kruit heen?
:57:55
Wil je dat dit gebeurt met de mensen
die het kruit hebben...
:57:59
of met de rest van je blok
tot we hen vinden?