1:35:03
We hebben elkaar gered. We hoeven
niemand anders meer te redden.
1:35:25
Voornamelijk in Boedapest.
1:35:28
M'n vrouw kwam uit de stad.
Maar we bleven in het noorden.
1:35:34
lk weet niet waarom.
- Het is er prachtig.
1:35:38
Ja, maar we zouden nu in de buurt
van haar familie gaan wonen.
1:35:43
Waar woonde die?
- Bij de markten.
1:35:47
Dan waren we buren geweest.
1:35:57
Vermoorden ze haar?
- Ze mag dit zien en blijven leven.
1:36:02
Waarom hebben ze het niet eerder
gedaan?
1:36:06
Je vraagt naar redenen.
- lk geloof het wel, ja.
1:36:23
We hebben iets gedaan.
1:36:34
Dag.
1:36:40
Buren.