:58:22
Goedemorgen.
- Kan ik u helpen?
:58:24
Jij hebt al genoeg gedaan.
:58:26
Wacht even.
- Waar is Pyle?
:58:29
Hij is vanmorgen niet op kantoor.
Hij werkt vaak thuis.
:58:33
Ik weet wat hij thuis doet.
- Hoezo?
:58:35
Vraag 't haar.
Zij gaf 'm mijn vriendin.
:58:38
We hoeven hier geen scène.
:58:40
Ik weet dat ik me misdraag
en dat is ook m'n bedoeling.
:58:44
Dit is precies een situatie waarin
je je zou moeten misdragen.
:58:48
Niet zo hard...
- Lazer op!
:58:51
Er is een dame bij, Thomas.
- Wij kennen elkaar heel goed.
:58:55
Ze wilde mijn geld,
en nu dat van Pyle.
:58:58
We hebben veel werk.
- Zeg hem dat ik langskwam.
:59:02
En dat een tegenbezoek
maar beleefd is.
:59:09
Hoe raakte hij binnen?
:59:47
Is dat Boston?
:59:49
Nee, dat zijn
de Niagara Watervallen. Kijk 's.
:59:54
Dit is Boston.
Da's Faneuil Hall.
:59:59
Ik wil je naar m'n land meenemen.