:27:01
Neem het terug.
:27:05
- Je bent verwend.
- Nee, jij.
:27:26
Eikel.
:27:30
Het spijt me.
:27:32
Je geeft me 'n klap
en je noemt me verwend.
:27:35
Zo bedoelde ik het niet.
Ik haal wat ijs.
:27:38
- Leuke outfit.
- M'n oog.
:27:41
- Jemig !
- Hij heeft me 'n klap verkocht.
:27:44
Ze was me aan 't kietelen.
Daar kan ik niet tegen.
:27:49
Het doet pijn.
Hoe ziet het eruit ?
:27:52
Het zwelt op.
:27:55
- Hij deed gemeen.
- Geen wonder dat je hem kietelde.
:28:05
Heb je het ijs ?
:28:15
Hoe smaken je eieren ?
:28:17
Fantastisch. Je hebt nog heel wat
goed te maken voor die dreun.
:28:22
Laat zien.
:28:30
Het is vast een schrale troost,
maar die bril staat je geweldig.
:28:34
Hou op.
:28:48
Ken je haar ?
:28:52
Dat is Diana Rollins.
:28:53
Ze is aanvoerster van het hockeyteam.
We hebben samen economie.
:28:58
Hoezo ?