The Weight of Water
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:33:00
We hebben geen ruimte en geen geld.
:33:04
't Komt wel goed. Ik heb wat geld
gespaard voor de nieuwe boot.

:33:23
Ben je zeeziek?
Een beetje.

:33:31
Welkom.
:33:33
Voorzichtig daarmee.
:33:35
Ik ben zeeziek.
Ik heb thee en brood nodig.

:33:45
Hoe is 't met onze broer?
:33:48
Best.
:33:52
Meer niet?
:33:54
Heeft ieje niet geschreven?
:33:57
Eén brief maar.
Eén maar? In al die tijd?

:34:02
Dat verbaast me.
Ik dacht dat onze broerje zo lief vond.

:34:06
Hij heeft 't vast druk.
Hij had wel tijd om mij te troosten.

:34:11
Hij nam me mee op vakantie.
En naar het theater. En uit eten.

:34:17
En we sliepen in een hotel.
:34:22
Het gaat goed.
Hij heeft geld opzij gezet.

:34:26
Hij ontmoet vast gauw een leuke vrouw.
:34:33
Misschien komt hij wel naar Amerika.
:34:36
Onzin. Een welgesteld man hoeft niet
naar een ander land te vluchten.

:34:45
Het gaat dus goed met hem.
:34:48
Is hij gelukkig?
:34:51
Reken maar. Gelukkiger dan ooit.
:34:56
We vonden huishoudelijk werk
voor Karen, in 't plaatselijke hotel.


vorige.
volgende.