:51:15
Toen ik de deur open deed, zag ik hem
met beide handen een stoel pakken.
:51:24
Ik sloot de deur en snelde terug
naar m'n zuster.
:51:29
Ik zei dat we door 't raam
konden vluchten.
:51:34
Maar ze was te moe
en ze bleef op de grond liggen.
:51:40
En die man bleef maar
op de deur bonzen.
:51:47
Anethe moest zich verbergen
en ze sprong uit 't raam.
:51:51
Ik zei dat ze hulp moest halen,
maar dat kon ze niet.
:51:59
De angst verstikte haar stem.
:52:02
Ik stond bij de deur en probeerde
die man buiten te houden.
:52:10
Toen hield 't gebons op.
:52:14
Ik hoorde Anethe tegen Louis praten.
:52:20
Ik ging naar 't raam, keek naar buiten
en zag die man.
:52:29
Hij sloeg haar één keer met een bijl,
waarna ze viel.
:52:35
Hij sloeg haar nog een keer
en kwam terug.
:52:38
Ik zei tegen Karen dat ze moest
wegrennen, maar ze was te moe.
:52:50
Toen sprong ik uit het raam, rende naar
het kippenhok en zag de hond.
:52:58
Ik wilde wegroeien,
maar er was geen boot.