Unfaithful
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:31:41
Oh, my God.
1:31:42
Charlie, kijk naar je vader
en vertel me wat er is.

1:31:49
Wat?
1:31:52
Zij schoenen. Het zijn verschillende kleuren.
1:32:04
Schat, Je ziet er vreselijk uit.
1:32:06
Wat is er gisterennacht gebeurd? Heb je
geslapen? Ik stond op en heb naar je gezocht.

1:32:10
Ik heb alleen. . .
1:32:13
. . .wat frisse lucht gepakt.
1:32:15
Ben je in orde?
1:32:18
Ja.
1:32:32
Bevalt het je hier?
1:32:34
Wat? Natuurlijk vind ik het hier leuk.
1:32:37
We hoeven hier niet te blijven.
We kunnen terug naar de stad.

1:32:43
Schatje, wat is er met je?
1:32:48
Ben je in orde?
1:32:50
ja, ja. Het is goed. goed.
1:32:55
-Ben jij in orde?
-Met mij is alles goed.


vorige.
volgende.