Uzak
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:28:01
Wanneer zag je het voor het laatst?
:28:04
Een maand geleden.
:28:06
Ik heb het gebruikt als rekwisiet.
:28:10
Ik zweer je, ik heb het niet gezien.
:28:41
Misschien heb je 't verplaatst.
:28:45
Of aan een vriend gegeven.
:28:49
Laat maar.
Het is niet zo belangrijk.

:28:52
Natuurlijk is het wel belangrijk.
Laat maar zitten. Ok?

:29:03
Hallo?
Mahmut. Ik ben 't, Nazan.

:29:06
Hoi Nazan. Hoe gaat het?
:29:08
We vertrekken morgen
en ik wou afscheid nemen.

:29:11
Jullie vertrekken morgen al?
:29:13
Ja, met het vliegtuig van negen uur.
:29:17
Gek idee. . . Misschien zien we
elkaar wel nooit meer.

:29:19
En. . . Ik wou je nog bedanken
voor je handtekening.

:29:25
Ach, dat was niets.
:29:28
Wacht even, blijf hangen.
:29:44
Nu kunnen we praten.
:29:48
Na onze laatste ontmoeting
voelde ik me heel rot.

:29:51
En zo wil ik niet vertrekken.
:29:54
Ik deed nogal afstandelijk tegen je
:29:56
vanwege al dat oud zeer.
:29:59
Maar dat is nu niet meer nodig.

vorige.
volgende.