White Oleander
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:14:02
Leuk je te ontmoeten, Astrid.
:14:04
Kom binnen! Laat me je daarmee
helpen. Was het een lange rit?

:14:08
Ja.
- Ja?

:14:10
Ik hoop niet dat je veel spullen bij je hebt.
Je moet de kamer delen met mijn dochter, Carolee.

:14:15
Dit is ons huis.
Hier ontvangen we bezoek.

:14:18
Hierbinnen is de keuken
en alles.

:14:21
De jongens slapen hier.
We hebben niet genoeg slaapkamers.

:14:25
Dat is Davey met de bril en Owen.
:14:27
Dit is Astrid.
Jongens, zeggen jullie nog hallo?

:14:30
Carolee? Ik zei, kom nu hierheen.
:14:35
Laten we maar naar binnen gaan.
:14:40
Dit is Carolee, mijn dochter.
:14:44
Maak wat ruimte.
:14:46
Hier zul jij slapen. Ze zal het
schoonmaken. Wees niet ongerust.

:14:50
Let niet op haar, ze heeft last van haar hormonen.
Het probleem is: ze is niet bekeerd.

:14:56
En jij?
:14:57
Wat?
:14:58
Heb jij Christus geaccepteerd als
je persoonlijke verlosser?

:15:02
Ik weet het niet.
:15:03
Als je dat doet, zal hij op je wachten.
:15:06
Hier slapen Ray en ik
en daar is de badkamer.

:15:10
Laten we terug gaan.
:15:12
Ray is laat thuis vanavond. Het is pokeravond.
Praat niet met hem over Jesus.

:15:18
Hij doet alsof hij de deurwaarder is ofzo
niet een timmerman zoals hij.

:15:39
Jij moet de nieuwe zijn.
:15:41
Ik ben Ray.
:15:44
Of oom Ray, maar dat is Starrs idee.
:15:50
Niet het mijne.
:15:55
Ik ben Astrid.
:15:56
Leuk je te ontmoeten, Astrid.
:15:59
Kom je binnen?

vorige.
volgende.